Graaf Jansdijk te Knokke
Rodolphe Wytsman (1860-1927) werd als notariszoon geboren in Dendermonde en volgde les aan de Gentse en later ook aan de Brusselse Academie.
Aan de Gentse Academie ontmoette hij leeftijdgenoot Théo Van Rysselberghe (1862-1926), met wie hij al gauw sympathiseerde.
Wytsman & Van Rysselberghe waren ook allebei stichtend lid van de befaamde avant-garde kunstenaarskring Les XX die onder impuls van de bezielde advocaat, kunstliefhebber, kunstverzamelaar, kunstcriticus en kunstmecenas Octave Maus (1856-1919) in 1883 het levenslicht zag en zich wilde afzetten tegen de als beklemmend ervaren artistieke standaarden van het academisme.
Les XX, wiens leden ook vingtistes werden genoemd, telde bij diens oprichting in 1883 elf stichtende leden, waaronder dus Rodolphe Wytsman en Théo Van Rysselberghe, en negen 'gewone' leden. Andere bekende namen onder de stichtende leden van Les XX waren de onnavolgbare James Ensor (1860-1949) en de symbolist Fernand Khnopff (1858-1921).
Maus' nicht Anna Boch (1848-1936) werd in 1886 de eerste vrouwelijke vingtiste. Later vervoegden o.m. duizendpoot Henry Van de Velde (1863-1957), beeldhouwer Auguste Rodin (1840-1917) en pointillist Paul Signac (1863-1935) de club. Kort daarvoor was ook Jan Toorop (1858-1928) als enige Nederlander vingtiste geworden.
De crème van de Franse impressionisten (Monet, Renoir, Pissarro, Cézanne, Seurat, Gauguin, Caillebotte, Toulouse-Lautrec, Van Gogh ...) en ook de voortrekkers van nieuwe kunststromingen hebben op uitnodiging werken tentoongesteld op de jaarlijkse Brusselse salons georganiseerd door Les XX en het latere La libre esthétique. Les XX werd inderdaad na wat interne strubbelingen in 1893 ontbonden, maar kende onder het nieuwe gesternte van La libre esthétique een doorstart tot WO I. Brussel was in die belle-époque-periode, net als Wenen, een bruisende Europese cultuurhoofdstad die nauwelijks moest onderdoen voor Parijs. Brussel zou zich trouwens zo'n tien jaar voor de eeuwwisseling ontpoppen als bakermat van de art nouveau.
De ferme uithaal van vingtiste Henry de Groux naar Vincent Van Gogh blijft in de annalen van Les XX gegrift. Van Gogh was uitgenodigd om op het jaarlijks Salon van Les XX, in januari 1890 (hij zou luttele maanden later overlijden), enkele doeken te presenteren. Hij leverde onder meer twee schilderijen uit zijn reeks Zonnebloemen in. Op de vooravond van de vernissage besloot vingtiste Henry de Groux zijn eigen doeken in te trekken omdat hij niet wilde exposeren naast de "exécrables pots de soleils de monsieur Vincent". Die sneer aan het adres van Vincent Van Gogh leverde de Groux prompt de uitsluiting als lid van Les XX op. Het is overigens op datzelfde Salon van 1890 dat Anna Boch een ander werk van Van Gogh (De rode wijngaard) aankocht. Het gaat nota bene om het enige doek dat Van Gogh tijdens zijn leven wist te verkopen (vandaag hangt dit schilderij in het Poesjkinmuseum in Moskou). De broer van Anna Boch, Eugène Boch, was goed bevriend met Van Gogh, die hem zelfs geportretteerd heeft (dit portret behoort tot de collecties van het Parijse Musée d'Orsay en was te bewonderen op de tentoonstelling over Anna Boch die in 2023 gehouden werd in het Oostendse Mu.ZEE).
Maar laat ons even teruggaan in de tijd en terugkomen bij Rodolphe Wytsman. Misschien minder geweten is dat Rodolphe Wytsman vanaf 1883 geregeld de zomer in Knokke doorbracht, in die tijd een pittoresk kustdorpje dat menig pleinairistisch schilder wist te inspireren en zo bijna tot schildersoord vervelde. Naast voorman en boezemvriend Théo Van Rysselberghe, vertoefde Wytsman er in het selecte gezelschap van o.m. Emile Verhaeren (1855-1916), Dario de Regoyos (1857-1913), Alfred Verwee (1838-1895) en Willy Schlobach (1864-1951). Ook die laatste was stichtend lid van Les XX (in de fotogalerij hieronder komt een afbeelding voor van Schlobach's Zeeweg, de latere Lippenslaan, die de ietwat landinwaarts gelegen historische dorpskern van Knokke met de zee verbond).
Wytsman liet zich in september 1883 zelfs als kunstenaar in Knokke registreren.
In 1886 trad Rodolphe Wytsman in het huwelijk met de minstens even getalenteerde - zes jaar jongere - Brusselse schilderes Juliette Trullemans (1866-1925), die van dan af steevast haar schilderijen zou tekenen onder de naam Juliette Wytsman. In die tijd waren vrouwen niet welkom aan de Academie, maar Juliette Trullemans ging wel in de leer in het atelier van Jean Capeinick, professor aan de Gentse Academie.
Juliette Wytsman is vooral gekend om haar zo typerende composities met bloemenmotieven op het voorplan en een doorkijk naar het achterliggende landschap.
Ook Juliette Trullemans vertoefde samen met haar echtgenoot Rodolphe vaak in Knokke, waar ze meermaals Anna Boch ontmoette, die vanaf 1888 regelmatig in Knokke haar opwachting maakte.
Na enkele omzwervingen vestigde de familie Wytsman zich definitief in Linkebeek, al week het schilderskoppel tijdens WO I uit naar Nederland, dat als neutraal land gespaard bleef van de oorlogsellende. Het echtpaar Wytsman sympathiseerde er met de eveneens in Nederland verzeild geraakte Belgische fauvist Rik Wouters (1882-1916), die na een slepende ziekte op amper 34-jarige leeftijd in 1916 in Amsterdam overleed. Rodolphe Wytsman sprak er de grafrede van Rik Wouters uit.
In de fotogalerij hieronder komt een werkje van Rodolphe Wytsman voor uit die 'Nederlandse periode'. Het werd geschilderd in het Gelderse De Steeg aan de IJssel, aan de rand van de Veluwe.
De Steeg is bekend van de schrijvers/dichters Louis Couperus (1863-1923) en Simon Carmiggelt (1913-1987), alsook historicus Johan Huizinga (1872-1945) die deze plek hebben opgezocht.
Maar het echtpaar Wytsman was echt verknocht aan Linkebeek en de zachtglooiende Zennevallei, waar ze na WO I terugkeerden en die hun werk blijvend zou inspireren.
Het oeuvre van Rodolphe en Juliette Wytsman behoort tot de luministische stroming. Onder impuls van Emile Claus (1849-1924), pionier en paus van het luminisme over wie James Ensor zich ooit liet ontvallen dat hij 'de zon op flessen trekt', werd in 1904 de impressionistisch-luministische kunstenaarskring Vie et Lumière boven de doopvont gehouden. Naast oprichter Emile Claus trad het kransje van het Belgisch impressionisme tot Vie et Lumière toe, waaronder mede-oprichter George (zonder 's') Morren (1868-1941), Modest Huys (1874-1932), Léon De Smet (1881-1966), Anna Boch (1848-1936), Anna De Weert (1867-1950), Jenny Montigny (1875-1937), Evariste Carpentier (1845-1922) ... en, zonder verbazing, ook Juliette en Rodolphe Wytsman.
Het echtpaar Wytsman zou tot hun beider dood (medio de jaren 20) het luminisme blijven aankleven en nieuwe kunststromingen (symbolisme, expressionisme, fauvisme, kubisme, ...) aan zich voorbij laten gaan.
Schilderijen uit de Knokse regio van Rodolphe Wytsman zijn relatief schaars, die van Juliette Wytsman mogelijk nog schaarser. Het is dan ook een voorrecht twee dergelijke werken (het ene van Rodolphe, het andere van Juliette) te kunnen aanbieden.
prijs op aanvraag
De galerij zal open zijn op 1 en 11 november, van 14u tot 18u. Aarzel niet ons te bellen of te mailen op de sluitingsdagen of als u zch niet naar de galerij in Knokke kan begeven.
za: | 14u - 19u | |
zo: | 11u - 18u |
Deze website maakt gebruik van cookies. Lees meer